te Tjerkgaast, St.-Nicolaasga, Idskenhuizen, donjega en Legemeer.
Aanvankelijk werd in alle deze dorpen een kerk gevonden, thans nog in de drie eerstgenoemden. De pastorie staat te Tjerkgaast, waar de predikant woont.
Van af de Hervorming hebben de volgende predikanten hier den dienst waargenomen :
Gerardus Cleyboker vertrokken naar Abbega en Oosthem in 1607 ; Abraham Dominici, vertrokken naar Heerenveen in 1610 ; O. Miederhuis, vertrokken naar Scherpenzeel in 1623 ; Henricus de Bruine, overleden in 1628 ; Joh. Menelay verroepen naar Lippenhuizen in 1639 ; Henricus Zwollanus,
verroepen naar Joure 1643 ; R. Lollii, Verroepen naar Kimswert 1645 ; Joh. Cleyenburg verr. naar Roordahuizum 1647 ; Lambertus Schuiringa, verr. naar Bolsward 1648 ; A. Veneman, verr. naar Reitzum 1651 ; Obius Nauta, alhier overleden in 1677, zijn traktement was verhoogd tot 100 gulden ; Sibrandus Mancadan, afgezette pred. van Oosterwierum, in 1682 wegens ,,vele en sware sonden weder gedeporteert”, opgevolgd door Gerardus Samplonius, die in 1736 emeritus is geworden en in
1738 is overleden, oud ruim 80 jaren ; Johannes Potter, verroepen naar Menaldum in 1740 ; Petrus Stulen, emeritus in 1781, overleden 1803, oud 86 jaren ; Joh. Folkertsma, verroepen naar de nieuw opgerichte gemeente te Veenwouden in 1755 ; Hendrik de Valk deed zijn intrede uit Hand. 1 : 24-26 26 en is wegens ergerlijk levensgedrag van zijn dienst geremoveert, laatst voor den tijd van twee jaren, doch hij toonde geen boetveerdigheid en beterschap van leven, hij overleed in 1762 ; Ema Vedder, verr. naar Nijehaske in 1785 ; Hendrik Mantingh van Borger, verr. naar Heeg 1787 ; Johan
Schönfe1d, Duitscher verr-, naar Lutjegast 1793 ; Nicolaas Vlieg van Oudwoude, verr’. naar Veenwouden 1794 ; Thoden van Velzen van Oost-Friesland, is eerst op weg geweest naar de West-Indiën, doch na vele gevaren, rampen en onheilen terug gekomen en hier beroepen, verroepen naar Grootegast en opgevolgd door Nicolaas Bakker, verr. naar St.Jansga 1799 ; B. Habbema verr. naar Buitenpost 1801 ; Otto Schuilinge, verr. Naar Drogeham 1805 ; Johs. Oosterhuis, verr-. naar Ten Boer in 1808 en overleden in 1813, oud ruim 28 jaren ; Jan van der Sluis van de Lemmer, verr. naar Schagen 1817 ; Lodewijk Lolcama verr. naar Oosterbierum 1824 ; Lourens Adriani, verr., naar Edens 1827 ; A1bert Beekhuis, geb. te Garijp, emeritus 1874, een zeer bekwaam en bemind leeraar ; D. Meinsma 1874-78 ; J. Heeringa 1879-84, opgevolgd door A. Jonker in 1885.
Deze namen lezende kan men zich verbazen dat al deze heeren predikanten reeds “van- nen” of familienamen hadden , wat van alle grietmannen op lange na niet gezegd kon worden. Ook valt het op, dat de meeste predikanten zoo korten tijd hier zijn gebleven, zeker een gevolg van de verspreide ligging der gemeente, dus zware dienst en het lage traktement. Meest waren het dan ook candidaten die kwamen en . . . gingen, zoodra de kans gunstig was.
Ik ben een nazaat van Johan Christoph Schönfeld, die in 1788 werd beroepen in Tjekgaast. Deze was in 1765 geboren in Donop bij Detmold in Lippe (Duitsland) en had in Göttingen gestudeerd. Omdat verschillende broers en neven in die streek ook dominee waren, zocht Johan Christoph zijn heil in noord-Nederland en kwam zo in Tjerkgaast terecht. In 1791 trouwde hij met Maria Sleeswijk uit Joure en van hen stammen de Nederlandse Schönfelds af. Na Tjerkgaast is hij vervolgens predikant in Lutjegast, Sleen, Nuis/Niebert, Schüttorf (D) en Roderwolde geweest, en is in 1848 in Borger overleden.
Hallo Maarten,
Wat ontzettend leuk om dit te horen!
Vind je het goed dat ik dit lokaal (dorpskrantje) publiceer?
Met vriendelijke groet,
Cor van Dijk